Responsive image

Artikel 1

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 1

Artikel 1 heeft betrekking op de wijzigingen in de basisverordening.

1.Overweging 2 wordt gewijzigd om te verwijzen naar het recht van vrij verkeer voor alle EU-burgers op grond van de EU-wetgeving.

2.Overweging 5 wordt gewijzigd om te verwijzen naar de beperkingen met betrekking tot de toegang tot sociale uitkeringen voor economisch niet-actieve mobiele EU-burgers die zijn opgenomen in Richtlijn 2004/38/EG.

3.Overweging 5 bis wordt ingevoegd om aan te geven dat de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG op de verordeningen is verduidelijkt door de rechtspraak van het Hof van Justitie in de zaken C-140/12, Brey, EU:C:2013:565, C-333/13, Dano, EU:C:2014:2358 en C-308/14, Commissie/Verenigd Koninkrijk, EU:C:2016:436.

4.Overweging 5 ter wordt ingevoegd om te verduidelijken dat bij het beoordelen van de vraag of wordt voldaan aan de eis in het bezit te zijn van een verzekering die de ziektekosten volledig dekt zoals vastgesteld in Richtlijn 2004/38/EG, de lidstaten ervoor moeten zorgen dat niet-actieve mobiele EU-burgers in staat zijn aan deze eis te voldoen.

5.Overweging 5 ter wordt ingevoegd om duidelijk te maken dat de beperkingen van het recht op gelijke behandeling van economisch niet-actieve mobiele EU-burgers die zijn opgenomen in Richtlijn 2004/38/EG, geen voorrang hebben boven de grondrechten van dergelijke personen zoals die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

6.Overweging 24 wordt gewijzigd door daarin een verwijzing op te nemen naar het nieuwe hoofdstuk over prestaties bij langdurige zorg.

7.Overweging 35 bis wordt ingevoegd om te verduidelijken dat gezinsuitkeringen ter vervanging van het inkomen gedurende tijdvakken van kinderopvoeding een specifieke categorie gezinsuitkeringen zijn en moeten worden behandeld als een individueel en persoonsgebonden recht, op voorwaarde dat de uitkering in kwestie is opgenomen in deel 1 van bijlage XIII bij de basisverordening. Dit betekent dat de bevoegde lidstaat niet verplicht is om afgeleide rechten ten aanzien van een dergelijke uitkering toe te kennen aan de gezinsleden van de verzekerde. Lidstaten met secundaire bevoegdheid kunnen afzien van de toepassing van de anti-samenloopvoorschriften van artikel 68, lid 2, van de basisverordening en deze uitkeringen geheel aan een rechthebbende persoon toekennen. Wanneer een lidstaat besluit tot afwijking, moet dit worden vermeld in deel 2 van bijlage XIII en moet de afwijking consistent worden toegepast op alle betrokken rechthebbenden.

8.Overweging 39 bis verwijst naar de desbetreffende EU-instrumenten inzake gegevensbescherming.

9.Overweging 46 wordt ingevoegd om te verwijzen naar de gedelegeerde bevoegdheid die aan de Commissie wordt toegekend om overeenkomstig artikel 290 VWEU gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van alle bijlagen bij de basis- en toepassingsverordening. Deze bijlagen bevatten landenspecifieke vermeldingen die de verschillen in de nationale stelsels van de lidstaten weerspiegelen.

10.Overweging 47 wordt ingevoegd om te benadrukken dat de basisverordening de grondrechten eerbiedigt en de beginselen in acht neemt die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en moet worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen.

11.Overweging 48 wordt ingevoegd om te verduidelijken dat niets in de basisverordening de autonome rechten en verplichtingen die zijn erkend in het Europees Verdrag voor de rechten van de mens beperkt.

12.Artikel 1 wordt gewijzigd om rekening te houden met het voorgestelde nieuwe hoofdstuk 1bis over prestaties bij langdurige zorg. Dit omvat een definitie van prestaties bij langdurige zorg onder punt d), waarin de bestanddelen van deze uitkeringen worden gespecificeerd. Bij deze definitie wordt rekening gehouden met de analyse van het trESS-netwerk 21 en is in overeenstemming met de rechtspraak van het Hof van Justitie 22 en met het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap.

13.Artikel 3, lid 1, wordt gewijzigd om prestaties bij langdurige zorg als een aparte tak van de sociale zekerheid op te nemen.

14.Artikel 4 bepaalt dat met betrekking tot de toegang tot socialezekerheidsprestaties voor economisch niet-actieve mobiele EU-burgers in het gastland het beginsel van gelijke behandeling kan worden onderworpen aan de verplichting legaal verblijf te hebben zoals vastgelegd in Richtlijn 2004/38/EG. Voor de toepassing van deze bepaling, met uitzondering van de toegang tot sociale bijstand in de zin van Richtlijn 2004/38/EG, wordt onder een economisch niet-actieve mobiele EU-burgers niet verstaan een mobiele werkzoekende die overeenkomstig artikel 45 VWEU 23 een verblijfsrecht geniet in het gastland terwijl hij/zij daar een baan zoekt.

15.Artikel 11, lid 2, wordt gewijzigd om rekening te houden met de nieuwe definitie van prestaties bij langdurige zorg. Lid 5 wordt eveneens geactualiseerd om de definitie van "thuisbasis" in overeenstemming te brengen met de nieuwe definitie in bijlage III, subdeel FTL, punt 14, bij Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 83/2014 van de Commissie van 29 januari 2014 24 .

16.Artikel 12 wordt gewijzigd om te verduidelijken dat aan de term "ter beschikking gestelde werknemer" de betekenis in de zin van Richtlijn 96/71/EG wordt toegekend. Deze verduidelijking is echter niet van invloed op de personele werkingssfeer van dit artikel, maar brengt alleen de begrippen die in deze juridische teksten worden gebruikt op één lijn. In de wijzigingen wordt ook bepaald dat het bestaande verbod op vervanging in artikel 12, lid 1, ook van toepassing moet zijn op zelfstandigen.

17.Artikel 13, lid 4 bis, wordt ingevoegd om te voorzien in duidelijke collisieregels voor gevallen waarin een persoon tegelijkertijd een werkloosheidsuitkering ontvangt in één lidstaat en in loondienst is in een andere lidstaat. Het biedt een rechtsgrondslag voor de beginselen van aanbeveling nr. U1 van de Administratieve Commissie 25 .

18.Artikel 32 wordt gewijzigd om te voorzien in duidelijke prioriteitsregels voor afgeleide rechten van een gezinslid in gevallen waarin er sprake is van een samenloop van rechten op verstrekkingen bij ziekte krachtens de wetgeving van meer dan één lidstaat.

19.Artikel 34 wordt geschrapt om rekening te houden met het voorgestelde nieuwe hoofdstuk 1bis over prestaties bij langdurige zorg.

20.Hoofdstuk 1bis wordt ingevoegd als een apart hoofdstuk over de coördinatie van prestaties bij langdurige zorg.

Artikel 35bis bevat de algemene bepalingen voor de coördinatie van prestaties bij langdurige zorg in overeenstemming met de regels voor prestaties bij ziekte.

Lid 1 verwijst naar de toepasselijke bepalingen van titel III, hoofdstuk 1, van de basisverordening.

Lid 2 legt de Administratieve Commissie de verplichting op een lijst op te stellen van alle prestaties bij langdurige zorg die bestaan krachtens de nationale wetgeving.

Lid 3 voorziet in een afwijking van de coördinatie van uitkeringen bij langdurige zorg uit hoofde van het nieuwe hoofdstuk, waarbij de lidstaten de uitkeringen uit hoofde van andere hoofdstukken van titel III van de basisverordening mogen coördineren. In bijlage XII zal een lijst van dergelijke uitkeringen worden opgenomen.

De bestaande bepalingen betreffende de samenloop van prestaties bij langdurige zorg in het huidige artikel 34 worden opgenomen in het nieuwe artikel 35ter, met uitzondering van lid 2, dat wordt opgenomen in het nieuwe artikel 35bis, lid 2.

Artikel 35quater bevat de vergoedingsregels voor prestaties bij langdurige zorg tussen instellingen. Lid 1 past artikel 35 toe op prestaties bij langdurige zorg. Lid 2 voorziet in een aanvullende bevoegdheid voor vergoeding door ziektekostenverzekeringsinstellingen wanneer er geen specifieke wetgeving over verstrekkingen bij langdurige zorg is. Dit is in overeenstemming met de logica van artikel 40, lid 2, betreffende prestaties bij arbeidsongevallen en beroepsziekten.

21.Artikel 50, lid 2, wordt gewijzigd door de overbodige verwijzing naar artikel 52, lid 1, onder a), te schrappen, aangezien in andere lidstaten vervulde tijdvakken van verzekering niet in aanmerking worden genomen bij het berekenen van een autonoom pensioen in de zin van artikel 52, lid 1, onder a).

22.Artikel 61 wordt gewijzigd door de bijzondere bepalingen voor samentelling uit hoofde van het huidige lid 1 te schrappen. In plaats daarvan zullen de algemene bepalingen voor samentelling in artikel 6 worden toegepast, zodat in een eerstgenoemde lidstaat vervulde tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst zo nodig in aanmerking zullen worden genomen door de lidstaat waar de betrokkene het laatst werkzaam was, mits de meest recente tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst in die lidstaat zijn vervuld en ten minste drie maanden hebben geduurd.

23.Artikel 64 wordt gewijzigd om de minimumtermijn waarbinnen werkloze werkzoekenden die werk zoeken in een andere lidstaat kunnen verzoeken om export van werkloosheidsuitkeringen, te verlengen van drie naar zes maanden (of het resterende gedeelte van de periode waarvoor een recht op uitkering bestaat indien korter dan zes maanden). De lidstaten kunnen deze periode van zes maanden verlengen tot de gehele duur van het recht op een werkloosheidsuitkering in de bevoegde lidstaat.

24.Het nieuwe artikel 64bis is een aanvulling op artikel 61. Het bepaalt dat werklozen die in een andere lidstaat gaan wonen en na een periode van minder dan drie maanden van verzekerde werkzaamheden werkloos worden in die lidstaat, kunnen verzoeken om export van hun werkloosheidsuitkering van de lidstaat waar zij daarvoor verzekerd waren. In dit geval moeten zij zich inschrijven bij de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat waar zij het laatst werkzaam waren en voldoen aan de eisen voor aanvragers van een werkloosheidsuitkering uit hoofde van de wetgeving van die lidstaat.

25.Artikel 65 wordt gewijzigd om nieuwe bepalingen in te voeren voor de betaling van werkloosheidsuitkeringen aan grensarbeiders en andere grensoverschrijdende werknemers die tijdens het verrichten van hun laatste werkzaamheden in een andere dan de bevoegde lidstaat woonden.

Lid 1 bepaalt dat deze personen worden behandeld alsof zij in de bevoegde lidstaat zouden wonen.

Lid 2 bepaalt dat personen die gedurende minder dan twaalf maanden in de bevoegde lidstaat hebben gewerkt, een uitkering ontvangen van de lidstaat waar zij wonen. Daarentegen kan een werknemer die recht heeft op een werkloosheidsuitkering krachtens de wetgeving van de bevoegde lidstaat, zonder een beroep te doen op het beginsel van samentelling van artikel 6, ervoor kiezen de werkloosheidsuitkering van die lidstaat te ontvangen.

Lid 3 vormt een uitzondering op de normale verplichting krachtens artikel 64, lid 1, onder a), namelijk dat werklozen die hun werkloosheidsuitkering willen exporteren gedurende ten minste vier weken ingeschreven zijn geweest bij de diensten voor arbeidsvoorziening van de bevoegde lidstaat. Deze uitzondering geldt voor volledig werklozen die ervoor kiezen werk te zoeken in de lidstaat waar zij wonen en geldt voor de gehele duur van het recht op werkloosheidsuitkering. Lid 4 bepaalt dat deze personen mogen kiezen of zij zich inschrijven bij de diensten voor arbeidsvoorziening in de lidstaat waar zij wonen of de lidstaat waar zij voorheen werkzaam waren.

Lid 5 verduidelijkt dat de leden 2 tot en met 4 van dit artikel niet van toepassing zijn op iemand die gedeeltelijk of periodiek werkloos is. Deze personen kunnen alleen aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering in de lidstaat waar zij daarvoor werkzaam waren.

26.Artikel 68ter wordt ingevoegd om te voorzien in speciale coördinatiebepalingen voor gezinsuitkeringen ter vervanging van het inkomen gedurende tijdvakken van kinderopvoeding die zijn opgenomen in deel I van de nieuwe bijlage XIII. Het bepaalt dat die uitkeringen moeten worden behandeld als een individueel en persoonsgebonden recht in plaats van een uitkering voor het gezin als geheel. Lidstaten met secundaire bevoegdheid kunnen afzien van de toepassing van de anti-samenloopvoorschriften van artikel 68, lid 2, van de basisverordening en deze uitkeringen geheel aan een rechthebbende persoon toekennen. Deze lidstaten zullen worden opgenomen in deel II van bijlage XIII.

27.Het nieuwe artikel 75bis wordt ingevoegd om grotere nadruk te leggen op de bestaande verplichting in artikel 89, lid 3, van de toepassingsverordening, namelijk dat de bevoegde organen erop toezien dat hun organen op de hoogte zijn van alle coördinatieverplichtingen, met inbegrip van de besluiten van de Administratieve Commissie. Het introduceert ook een verplichting tot het bevorderen van samenwerking tussen de bevoegde organen en de arbeidsinspecties op nationaal niveau.

28.Artikel 76bis wordt ingevoegd om de Europese Commissie te machtigen om overeenkomstig artikel 291 VWEU uitvoeringshandelingen vast te stellen waarin de procedures worden gespecificeerd die moeten worden gevolgd om uniforme voorwaarden te waarborgen voor de toepassing van de bijzondere regels in de artikelen 12 en 13 van de basisverordening voor ter beschikking gestelde of uitgezonden werknemers en zelfstandigen en voor personen die werkzaamheden in twee of meer lidstaten verrichten. Bij deze maatregelen zullen standaardprocedures worden vastgesteld voor de afgifte, betwisting en intrekking van "Portable document A1", waarin de wetgeving die van toepassing is op personen in de bovenbedoelde situaties wordt vastgelegd.

29.Artikel 87ter wordt ingevoegd om de overgangsbepalingen vast te stellen voor de bij deze verordening ingevoerde wijzigingen. De overgangsbepalingen zijn standaard, maar lid 4 voorziet in bijzondere overgangsbepalingen voor de coördinatie van werkloosheidsuitkeringen voor voormalige grensarbeiders. Het bepaalt dat bestaande bepalingen van toepassing zullen blijven voor uitkeringen die vóór de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen aan personen zijn toegekend.

30.Artikel 88 wordt vervangen door een nieuw artikel 88 en artikel 88bis met betrekking tot de procedure voor het bijwerken van de bijlagen bij de verordeningen. Deze bijlagen bevatten landenspecifieke vermeldingen die de verschillen in de nationale stelsels van de lidstaten weerspiegelen. Deze wijziging breidt de bestaande bevoegdheden in artikel 92 van de toepassingsverordening uit om de Europese Commissie in staat te stellen overeenkomstig artikel 290 VWEU gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van alle bijlagen bij de basisverordening. Een snellere procedure voor het wijzigen van de bijlagen om rekening te houden met veranderingen op nationaal niveau zal voor meer transparantie en rechtszekerheid zorgen voor de belanghebbenden en burgers een betere bescherming bieden. In overeenstemming met het Interinstitutioneel Akkoord over betere wetgeving van 13 april 2016 26 zou de Commissie passende raadplegingen houden tijdens haar voorbereidende werkzaamheden op het niveau van deskundigen.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.